Contextrijk

Contextrijk is de eerste pijler van taalgericht vakonderwijs.

Wat?
Context = alle begrippen,situaties, ervaringen en kennis van leerlingen waaraan nieuwe informatie en leerstof gekoppeld kunnen worden.

Hoe?
Context kan gecreëerd worden door:
-het activeren van de voorkennis van de leerlingen
-het gebruik van en variatie in leermiddelen
-het inbrengen van alledaagse kennis

Het activeren van de voorkennis van de leerlingen
De voorkennis moet relevant zijn voor de leerstof die wordt aangeboden. Op deze manier krijgen de leerlingen een goed beeld van wat ze gaan leren.
Voorbeeld: als je een les geeft over de lente, is het niet de bedoeling dat je de voorkennis van het thema 'winter' gaat activeren.

Het gebruik van en variatie in leermiddelen
Door te variëren in leermiddelen ga je het kritisch denken stimuleren, leerlingen motiveren en hen de kans geven om de leerstof op verschillende manieren te verwerken.
Voorbeelden van leermiddelen: teksten, gedichten, liedjes, artikels, video's, voorwerpen, afbeeldingen, ...
Door variatie in leermiddelen spreek je ook de verschillende zintuigen van kinderen aan. Informatie wordt door elk zintuig op een andere manier waargenomen. Ze vullen elkaar aan, hierdoor versterken de waarnemingen elkaar.

Het inbrengen van alledaagse kennis
Door het inbrengen van alledaagse kennis leren kinderen de relatie tussen deze kennis en schooltaal leggen.